DE KRUIK IN AARDEWERK

Bij de aandachtige beschouwing van De Jaeghers De kruik in aardewerk denk ik onafwendbaar aan de indrukwekkende mannelijke Waterverkoper van Velazquez.

De Jaegher schijnt in zijn specifieke stilleven minder geïnteresseerd in vluchtige structurele effecten dan wel in het spel van het licht en in de analytische weergave van oppervlakten en voorwerpen. Bovendien ademt de verticale kruikcompositie een meditatieve stilte uit dankzij een gewaagd esthetisch evenwicht. De bovenopgelegde gegroefde broden doen de strategisch geplaatste fluweelachtige purperen vijgen op de linker tafelrand kleiner lijken. Zoals altijd in de stillevens van De Jaegher dient een donkere achtergrond als bindmiddel die de voorgestelde voorwerpen onderling beter integreren. Ongewoon nochtans is De Jaeghers suggestie van een streng Spartaanse maaltijd die misschien een voorzichtige toenadering naar vanitas oproept. Zoals ze is, toont de schilderij geen sterk verlangen naar de kloostergestrengheid van de in de zestiende eeuw overleden kartuizermonnik Juan Sanchez Coton. Ze brengt eerder de emoties van de toeschouwer tot rust en, in plaats van pretentie uit te stralen, vernieuwt ze juist de globale esthetische ervaring.

Guy De Jaegher is een van de hedendaagse kunstenaars die proberen de stillevens van de zeventiende eeuw, toen voorwerpen belangrijk waren, te vereeuwigen. Voorwerpen zijn vandaag nog steeds belangrijk, maar hun waarde is nu toe te schrijven aan het nog toenemende vulgair-materialisme. Vandaag geloven wij niet langer dat God de dingen geschapen heeft en er Zichzelf in heeft afgedrukt; voor ons zijn dingen louter nutsvoorwerpen met een financiële waarde.
Een schilder van stillevens zoals De Jaegher schenkt kracht aan de objecten en geeft ze hun vroegere status terug door ze af te zonderen als unieke voorwerpen geladen met een rijke betekenis, een eerbiedwaardige traditie en grote tastbare kwaliteit. Eens dat hij de dingen uit hun dagelijks gebruik heeft losgeweekt, verplaatst de schilder ze fier ter voorbereiding van een feest van verwondering en vreugde voor zijn en ons aandachtig onderzoekend oog.
De weg naar het begrijpen en genieten loopt steeds langs onze zintuigen, in dit geval eerst en vooral via het zicht, dat zich hier beweegt in de richting van het sublieme.

Onlangs nog heeft De Jaegher traditionele kunstvaardigheden naar nieuwe hoogten getild. In zijn uiterst nauwgezet werk faalt hij nooit in de gedetailleerde compositie. Door zich de stijl van zijn geliefde meesters eigen te maken, heeft hij ook hun technische geheimen en delicaat penseelwerk onthuld. Vele jaren lang bestudeerde De Jaegher de wetenschap van pigmenten, de temperatechnieken, zinkwit in vergelijking met Cremserwit, lijnzaadolie en standolie, maar ook nog Venetiaanse terpentijnolie etcetera.

Maar Guy De Jaeghers stijl haalt niet enkel zijn voordeel uit de toegepaste studie van de grote Europese technische tradities. Zijn ultieme kunstvaardigheid sluit dicht aan bij wat wij, postmoderne kijkers, ervaren als geïntegreerde perfecte kunst. De grote Duitse filosoof Arthur Schopenhauer zou gehouden hebben van de vredige, vergeestelijkte en onbaatzuchtige stillevens van De Jaegher. Ze zijn bevrijd van hedendaags, rusteloos subjectivisme en van elke persoonlijke egocentrische mythologie. Ze slagen erin dagelijks voedsel te laten baden in een weldoend licht dat niet uit de hemel maar juist uit het onderwerp zelf schijnt te komen, een licht dat de natuur in kunst transmuteert.
Ondanks zijn grote integriteit, trouw aan de natuur en feilloze plaatsing van de geschilderde voorwerpen, bootst De Jaegher in zijn stillevens de realiteit niet inspiratieloos na. Hun perfecte weergave opent een schitterende poort waarlangs iedere ruimdenkende toeschouwer kan binnenschrijden in een verstilde wereld vol innerlijke rust en harmonie.


Frans Boenders
Lid van de AICA, Erevoorzitter van de Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. www.kvab.be